wijde mantel 1.0
tweekleppig weekdier met een vrij dikke, ronde schelp die ongelijkkleppig is en die
meestal op drijvende voorwerpen leeft
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een wijde mantel…
is een mantel; is een weekdier; is een dier
- [Afmeting] wordt tot 10 cm lang
- [Kleur] is geelwit tot paarsroze van kleur en is, als schelp op het strand, blauwgrijs of bruingeel verkleurd
- [Deel] heeft een dikschalige, bijna ronde schelp waarbij de onderste klep vlakker is dan de bovenste en heeft aan beide kanten vleugelvormige oortjes
- [Plaats] leeft meestal op drijvende voorwerpen
- [Woongebied] komt voor in Bretagne, op de Waddeneilanden en de Hinderbanken en soms in Zeeland
- [Onderscheid of tegenstelling] is iets dikschaliger en minder plat dan de bonte mantel
Wetenschappelijke naam: Aequipecten opercularis
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Mollusca; Weekdieren |
Klasse | Bivalvia; Tweekleppigen |
Orde | Pectinoida |
Familie | Pectinidae; Mantels |
Geslacht | Aequipecten |
Algemene voorbeelden
Jonge wijde mantels leven vastgehecht met draden, maar oudere dieren zijn goede zwemmers, waarbij ze water wegstuwen door de kleppen samen te klappen. Net als Jacobsschelpen hebben wijde mantels lichtgevoelige puntjes rond de schelp waarmee ze kunnen 'zien'. Verse schelpen van jonge dieren worden op de Friese stranden regelmatig gevonden; levende dieren vind je meestal op drijvende voorwerpen. In Zeeland vindt men vooral fossiel materiaal.